Algemene informatie
Titel: Godenslaap
Auteur: Erwin Mortier
Plaats van uitgave: Amsterdam
Eerste druk: 2008
Gelezen druk: Zevende druk, 2009 (1e druk e-book)
Aantal pagina’s: 240
Genre: historische roman
Titel: Godenslaap
Auteur: Erwin Mortier
Plaats van uitgave: Amsterdam
Eerste druk: 2008
Gelezen druk: Zevende druk, 2009 (1e druk e-book)
Aantal pagina’s: 240
Genre: historische roman
Samenvatting
I: Hélène Demont is een erg oude vrouw die in haar bejaardenkamer thuishulp heeft van de lieve Rachida. Die zorgt goed voor haar, het is waarschijnlijk een allochtoons (Marokkaans ?) meisje. Ze schrijft haar herinneringen uit haar leven op in schriften die Rachida voor haar in de boekenkast moet zetten. Ze is van een gegoede komaf. Ze komt voor uit het huwelijk van een Franse boerendochter en een Vlaamse handelaar in koperwaren. Ze heeft nog een broer Edgard, die homseksuele neigingen heeft en van wie ze al in deel I beweert dat hij misschien ook al verliefd was op haar Engelse man. Deel I blijft toch een vrij abstract gedeelte van de roman. De schrijver probeert zijn personage smoel te geven. Ook schildert hij het huiselijke leven van de Demonts. Hélène kan best goed opschieten met haar vader, met haar moeder gaat het wat moeizamer. Die is nogal eens wisselend van stemmingen: vooral wanneer ze haar “maandstonde”heeft , is ze vaak niet te genieten. Een van de opvattingen van Marianne is, dat een man ‘kluiten en kloten’ moet hebben.
Het huishouden wordt gedaan door Emilie. Elke zomer gaan zo met vakantie naar Noord-Frankrijk waar de broer van moeder Marianne nog steeds woont.
De vrouwen uit de stand van Hélène leven in een soort glazen stolp, zonder al te veel bewegingsvrijheid. Hélène probeert aan dat vacuüm te ontsnappen, door te lezen en te schrijven. In haar moeders ogen is ze een dichteres, omdat dichters in haar ogen zweefden. Dat is waar zegt Hélène, maar met het hoofd naar beneden.” Dat is een typering die goed past bij de introverte Hélène.
II: Eerst beschrijft Hélène hoe ze naar de werkzaamheden van Rachida kijkt. Ze vindt het leuk om haar in haar huis te zien werken.
Daarna kondigt ze aan dat haar broer Edgard jaren geleden gestorven is. De laatste jaren was ze het een ‘smeerlap’ gaan vinden omdat hij reeksen jonge mannen verslond.
Ze heeft tot voor kort gedacht dat zij de enige vrouw in zijn leven was, maar hij naaide er ook op los met de hulp Emilie. Edgard was een knappe man. Hij had wel eens gezegd dat de oorlog het beste was dat hem was overkomen. Hij kwam namelijk op die manier eenvoudig in aanraking met “gewild vlees.” Op dat moment is het nog raadselachtig dat ook Hélène vindt dat de oorlog voor haar een goede zaak is geweest.
III: In dit deel wordt de volgorde van de herinneringen nogal door elkaar gehusseld. Zoals elk jaar gingen moeder, Edgard en Hélène ook in juni 1914 op vakantie naar Noord-Frankrijk. Maar dan wordt de Oostenrijkse kroonprins vermoord, wat het begin is van de Eerste Wereldoorlog. Ze denken eerst dat alles wel zal loslopen, maar ze kunnen niet meer terugkeren naar België. Dat wordt namelijk het Europese strijdtoneel voor de grootmachten. Een verschrikkelijke loopgravenoorlog is het gevolg. Veel boerenknechten wordne opgeroepen om in het leger te gaan, maar het is een echte grondoorlog en veel soldaten verliezen hun ledematen (armen, benen) Anderen worden geestelijk beschadigd door de angsten die hen na de terugkeer overvallen. Hélène doet een pleidooi voor de hoeren die de mannen die uit de oorlog kwamen, opvingen op seksueel gebied om hen zich weer man te laten voelen. Maar ook kinderen worden het slachtoffer van de oorlog. Schrijnend is de scène waarin een meisje Amélie door een granaatscherf om het leven komt. De manier waarop het dorp met haar dood omgaat, gaat door merg en been. De moeder van Hélène toont zich in zulke omstandigheden een kordate hulpverlener.
Bij een korte toer ontmoet Hélène een Engelse soldaat en fotograaf Matthew Herbert. Opvallend is dat de discussie tussen hem en Hélène ook in het boek steeds in het Engels wordt gevoerd, zonder dat Mortier er een Nederlandse vertaling bij zet. Ze reist later met de fotograaf die allerlei spannende momenten wil vastleggen voor zijn Engelse bazen. Dat doet hij ook nadat de oorlog afgelopen is en ze veel mensen als toeristen zien op plaatsen waar verschrikkelijke veldslagen zijn geleverd. Hélène heeft zich altijd geërgerd aan dit soort ramptoerisme. De vriendelijke Matthew leidt haar niet alleen rond in het oorlogsgebied, hij wijdt haar ook in de liefde in. het is voor haar een opwindende aangelegenheid. Ze vertelt daar dan ook al dat ze later met Matthew getrouwd is geweest en dat ze een dochter van hem heeft gekregen. Beiden heeft ze inmiddels overleefd.
Een paar dagen later vertelt Matthew dat hij even een poosje uit beeld is. Hij zet haar weer af bij haar onderkomen. Haar oom die min of meer verantwoordelijk voor haar is, nu haar vader niet in de buurt is, is “not amused” over haar rondritje met de Engelse soldaat.
IV: In dit deel gaat het voornamelijk om Edgard. Hij heeft na de oorlog steeds vreselijke dingen over de grondoorlog verteld. Het was net alsof je door de grond werd opgezogen. Hij heeft daardoor na de oorlog zijn vrolijke maar zeker ook zijn depressieve dagen. Hij vertelt dat hij vaak droomt over de loopgravenoorlog. Na zijn dood ontvangt Hélène dus zijn foto’s. ze weet dat hij homofiel was, maar vraagt zich af of dit kwam omdat hij de verschrikkingen van de oorlog wilde vergeten.
In het derde oorlogsjaar wordt hij getroffen. Hélène en Marianne gaan hem in België opzoeken. Hij is ondergebracht in een tot hospitaal verbouwd hotel. Wanneer ze er zijn, is er een aanval op het hotel. Ze kunnen niet meer terug en moeten er ook overnachten. Tegen de zuster die het hospitaal runt, zegt ze dat ze haar vriend zoekt die ook (licht) gewond is geraakt. De zuster is haar eigen vriend tijdens de oorlog verloren. Ze zien hun broer en de verwonding valt inderdaad nog mee. Maar opnieuw wordt het hospitaal onder vuur genomen. In de consternatie ziet Hélène Matthew. Hij is gewond aan zijn arm: hij had dat in een brief geschreven, maar haar moeder had ervan geweten, waardoor de ontmoeting niet helemaal op toeval berust. Een dag later gaan ze met zijn drieën wandelen. Hélène neemt een foto van de beide mannen uit haar leven. Het lijkt erop alsof Edgard inderdaad verliefd is op Matthew.
Na de oorlog gaan ze allemaal weer terug naar de plek waar ze eens zijn verzorgd. Dan hebben Marianne en Edgard inmiddels ook de zware griepepidemie overleefd die er in de laatste jaren van de oorlog woedde.
Nadat de vrede is aangebroken, rijden Hélène en Matthew terug naar België. Het eerste wat ze wil doen, is het ouderlijk huis opzoeken. Ze verlangt erg naar de lichamelijke liefde van Matthew en ze vrijen op de bank in de huiskamer. Dan staat haar vader (sterk vermagerd) voor de deur. Hij wordt door een chauffeur van Matthew naar zijn vrouw gebracht. Hij
Laat Hélène met haar Engelse vriend in het huis achter. Over Emilie wordt bekend dat ze het met een aantal Duitse mannen heeft gehouden en na de oorlog wordt ze als een moffenhoer beschouwd. Matthew wil eerst om aan te sterken naar Engeland terug, maar hij belooft Hélène dat hij terug zal komen om met haar te trouwen. Hélène wil dat dolgraag; ze wil ook een kind van de Engelsman.
V: In dit deel komt Rachida ook weer meer in beeld. Daardoor ontstaat toch min of meer de structuur van een kadervertelling ( deel I en V) ze zorgt goed voor Hélène , let erop dat ze blijft eten etc. Hélène is echter zo oud geworden dat het leven haar allemaal niet zo veel meer kan schelen. Ze heeft afscheid moeten nemen van haar ouders, van haar broer Edgard, van haar man en van haar dochter. Over haar moeder vindt ze dat ze toch te onrechtvaardig over haar geoordeeld heeft. Ook de verhouding met de dochter is nooit ideaal geweest. Zij had haar vader dood gevonden, maar gehuild had ze niet. Ze waren ook nog enkele keren na d e oorlog naar Noord-Frankrijk teruggegaan, maar de laatste keer dat ze waren gegaan, was het verval in het bouwwerk begonnen. Hélène kijkt nog een keer goed en is er daarna niet meer teruggekeerd. In eenzaamheid heeft ze haar leven verder gesleten. Rachida komt weer naar haar toe en verzorgt haar. Ze zal het gordijn voor Hélène openlaten, dan kan ze naar de sterren kijken en kan ze in slaap vallen.
I: Hélène Demont is een erg oude vrouw die in haar bejaardenkamer thuishulp heeft van de lieve Rachida. Die zorgt goed voor haar, het is waarschijnlijk een allochtoons (Marokkaans ?) meisje. Ze schrijft haar herinneringen uit haar leven op in schriften die Rachida voor haar in de boekenkast moet zetten. Ze is van een gegoede komaf. Ze komt voor uit het huwelijk van een Franse boerendochter en een Vlaamse handelaar in koperwaren. Ze heeft nog een broer Edgard, die homseksuele neigingen heeft en van wie ze al in deel I beweert dat hij misschien ook al verliefd was op haar Engelse man. Deel I blijft toch een vrij abstract gedeelte van de roman. De schrijver probeert zijn personage smoel te geven. Ook schildert hij het huiselijke leven van de Demonts. Hélène kan best goed opschieten met haar vader, met haar moeder gaat het wat moeizamer. Die is nogal eens wisselend van stemmingen: vooral wanneer ze haar “maandstonde”heeft , is ze vaak niet te genieten. Een van de opvattingen van Marianne is, dat een man ‘kluiten en kloten’ moet hebben.
Het huishouden wordt gedaan door Emilie. Elke zomer gaan zo met vakantie naar Noord-Frankrijk waar de broer van moeder Marianne nog steeds woont.
De vrouwen uit de stand van Hélène leven in een soort glazen stolp, zonder al te veel bewegingsvrijheid. Hélène probeert aan dat vacuüm te ontsnappen, door te lezen en te schrijven. In haar moeders ogen is ze een dichteres, omdat dichters in haar ogen zweefden. Dat is waar zegt Hélène, maar met het hoofd naar beneden.” Dat is een typering die goed past bij de introverte Hélène.
II: Eerst beschrijft Hélène hoe ze naar de werkzaamheden van Rachida kijkt. Ze vindt het leuk om haar in haar huis te zien werken.
Daarna kondigt ze aan dat haar broer Edgard jaren geleden gestorven is. De laatste jaren was ze het een ‘smeerlap’ gaan vinden omdat hij reeksen jonge mannen verslond.
Ze heeft tot voor kort gedacht dat zij de enige vrouw in zijn leven was, maar hij naaide er ook op los met de hulp Emilie. Edgard was een knappe man. Hij had wel eens gezegd dat de oorlog het beste was dat hem was overkomen. Hij kwam namelijk op die manier eenvoudig in aanraking met “gewild vlees.” Op dat moment is het nog raadselachtig dat ook Hélène vindt dat de oorlog voor haar een goede zaak is geweest.
III: In dit deel wordt de volgorde van de herinneringen nogal door elkaar gehusseld. Zoals elk jaar gingen moeder, Edgard en Hélène ook in juni 1914 op vakantie naar Noord-Frankrijk. Maar dan wordt de Oostenrijkse kroonprins vermoord, wat het begin is van de Eerste Wereldoorlog. Ze denken eerst dat alles wel zal loslopen, maar ze kunnen niet meer terugkeren naar België. Dat wordt namelijk het Europese strijdtoneel voor de grootmachten. Een verschrikkelijke loopgravenoorlog is het gevolg. Veel boerenknechten wordne opgeroepen om in het leger te gaan, maar het is een echte grondoorlog en veel soldaten verliezen hun ledematen (armen, benen) Anderen worden geestelijk beschadigd door de angsten die hen na de terugkeer overvallen. Hélène doet een pleidooi voor de hoeren die de mannen die uit de oorlog kwamen, opvingen op seksueel gebied om hen zich weer man te laten voelen. Maar ook kinderen worden het slachtoffer van de oorlog. Schrijnend is de scène waarin een meisje Amélie door een granaatscherf om het leven komt. De manier waarop het dorp met haar dood omgaat, gaat door merg en been. De moeder van Hélène toont zich in zulke omstandigheden een kordate hulpverlener.
Bij een korte toer ontmoet Hélène een Engelse soldaat en fotograaf Matthew Herbert. Opvallend is dat de discussie tussen hem en Hélène ook in het boek steeds in het Engels wordt gevoerd, zonder dat Mortier er een Nederlandse vertaling bij zet. Ze reist later met de fotograaf die allerlei spannende momenten wil vastleggen voor zijn Engelse bazen. Dat doet hij ook nadat de oorlog afgelopen is en ze veel mensen als toeristen zien op plaatsen waar verschrikkelijke veldslagen zijn geleverd. Hélène heeft zich altijd geërgerd aan dit soort ramptoerisme. De vriendelijke Matthew leidt haar niet alleen rond in het oorlogsgebied, hij wijdt haar ook in de liefde in. het is voor haar een opwindende aangelegenheid. Ze vertelt daar dan ook al dat ze later met Matthew getrouwd is geweest en dat ze een dochter van hem heeft gekregen. Beiden heeft ze inmiddels overleefd.
Een paar dagen later vertelt Matthew dat hij even een poosje uit beeld is. Hij zet haar weer af bij haar onderkomen. Haar oom die min of meer verantwoordelijk voor haar is, nu haar vader niet in de buurt is, is “not amused” over haar rondritje met de Engelse soldaat.
IV: In dit deel gaat het voornamelijk om Edgard. Hij heeft na de oorlog steeds vreselijke dingen over de grondoorlog verteld. Het was net alsof je door de grond werd opgezogen. Hij heeft daardoor na de oorlog zijn vrolijke maar zeker ook zijn depressieve dagen. Hij vertelt dat hij vaak droomt over de loopgravenoorlog. Na zijn dood ontvangt Hélène dus zijn foto’s. ze weet dat hij homofiel was, maar vraagt zich af of dit kwam omdat hij de verschrikkingen van de oorlog wilde vergeten.
In het derde oorlogsjaar wordt hij getroffen. Hélène en Marianne gaan hem in België opzoeken. Hij is ondergebracht in een tot hospitaal verbouwd hotel. Wanneer ze er zijn, is er een aanval op het hotel. Ze kunnen niet meer terug en moeten er ook overnachten. Tegen de zuster die het hospitaal runt, zegt ze dat ze haar vriend zoekt die ook (licht) gewond is geraakt. De zuster is haar eigen vriend tijdens de oorlog verloren. Ze zien hun broer en de verwonding valt inderdaad nog mee. Maar opnieuw wordt het hospitaal onder vuur genomen. In de consternatie ziet Hélène Matthew. Hij is gewond aan zijn arm: hij had dat in een brief geschreven, maar haar moeder had ervan geweten, waardoor de ontmoeting niet helemaal op toeval berust. Een dag later gaan ze met zijn drieën wandelen. Hélène neemt een foto van de beide mannen uit haar leven. Het lijkt erop alsof Edgard inderdaad verliefd is op Matthew.
Na de oorlog gaan ze allemaal weer terug naar de plek waar ze eens zijn verzorgd. Dan hebben Marianne en Edgard inmiddels ook de zware griepepidemie overleefd die er in de laatste jaren van de oorlog woedde.
Nadat de vrede is aangebroken, rijden Hélène en Matthew terug naar België. Het eerste wat ze wil doen, is het ouderlijk huis opzoeken. Ze verlangt erg naar de lichamelijke liefde van Matthew en ze vrijen op de bank in de huiskamer. Dan staat haar vader (sterk vermagerd) voor de deur. Hij wordt door een chauffeur van Matthew naar zijn vrouw gebracht. Hij
Laat Hélène met haar Engelse vriend in het huis achter. Over Emilie wordt bekend dat ze het met een aantal Duitse mannen heeft gehouden en na de oorlog wordt ze als een moffenhoer beschouwd. Matthew wil eerst om aan te sterken naar Engeland terug, maar hij belooft Hélène dat hij terug zal komen om met haar te trouwen. Hélène wil dat dolgraag; ze wil ook een kind van de Engelsman.
V: In dit deel komt Rachida ook weer meer in beeld. Daardoor ontstaat toch min of meer de structuur van een kadervertelling ( deel I en V) ze zorgt goed voor Hélène , let erop dat ze blijft eten etc. Hélène is echter zo oud geworden dat het leven haar allemaal niet zo veel meer kan schelen. Ze heeft afscheid moeten nemen van haar ouders, van haar broer Edgard, van haar man en van haar dochter. Over haar moeder vindt ze dat ze toch te onrechtvaardig over haar geoordeeld heeft. Ook de verhouding met de dochter is nooit ideaal geweest. Zij had haar vader dood gevonden, maar gehuild had ze niet. Ze waren ook nog enkele keren na d e oorlog naar Noord-Frankrijk teruggegaan, maar de laatste keer dat ze waren gegaan, was het verval in het bouwwerk begonnen. Hélène kijkt nog een keer goed en is er daarna niet meer teruggekeerd. In eenzaamheid heeft ze haar leven verder gesleten. Rachida komt weer naar haar toe en verzorgt haar. Ze zal het gordijn voor Hélène openlaten, dan kan ze naar de sterren kijken en kan ze in slaap vallen.
Verwachtingen
Ik ben dit boek gaan lezen, omdat ik graag nog een
boek uit niveau zes wilde lezen. Ik zag dit boek onder andere op de lijst staan
en kwam erachter dat ik deze al in mijn e-book verzameling had staan. De keuze
was dus snel gemaakt. Ik verwachtte wel wat meer actie in het boek, maar
uiteindelijk bleek dat niet helemaal zo te zijn.
Motieven
en thema’s
Een aantal motieven in dit boek zijn:
-
Oorlog
-
Relaties
tussen personen
-
Liefde
-
De
dood
-
Seksualiteit
Het thema van dit boek is de invloed van oorlog: in
heel het boek wordt verteld over de invloed die WOI op het leven van de
personages heeft gehad (en dan vooral op die van Hélène).
Beoordeling
A: Schrijfstijl
De schrijver heeft veel metaforen in het boek gestopt. Hier moest ik heel erg aan wennen, maar uiteindelijk kon ik hier wel goed doorheen lezen. Ze blijven wel ingewikkeld om te lezen, maar het is na verloop van tijd beter te begrijpen. Een voorbeeld van een metafoor (blz 34):
De schrijver heeft veel metaforen in het boek gestopt. Hier moest ik heel erg aan wennen, maar uiteindelijk kon ik hier wel goed doorheen lezen. Ze blijven wel ingewikkeld om te lezen, maar het is na verloop van tijd beter te begrijpen. Een voorbeeld van een metafoor (blz 34):
Haar
kamer ligt dan verscholen in een labyrint van roerloze geestverschijningen, een
platonische wereld vol beddenlakens zonder een rimpel, afgewisseld met
onderhemden die aan hun mouwen op de lijn gespeld zijn, zodat ze de stomme
verongelijktheid tentoonspreiden van gehangenen na de laatste stuiptrekking.
B: Inhoud
Ruimte: Hélène vertelt haar verhaal waarschijnlijk
ergens in een tehuis. De gebeurtenissen die ze beschrijft tijdens WOI spelen
zich af in Noord-Frankrijk, omdat zij en haar familie niet terug kunnen naar België.
Dit geeft een mooi beeld van het leven op een boerderij tijdens WOI.
Vertelperspectief: het verhaal wordt verteld door
Hélène, de hoofdpersoon. Zij overpeinst alles, wat ik wel heel mooi vind: ze
geeft een gedetailleerde beschrijving van elk personage, maar ook van haar
eigen leven. Zo kom je er heel mooi achter hoe oorlog iemand beïnvloed.
Eindoordeel
Ik vond het
boek een interessant boek. Ik heb niet heel erg veel boeken gelezen over WOI en
dan is dit een mooi boek om er iets over te lezen. Ook omdat het vanuit een
ik-persoon is vertelt, krijg je veel mee over het leven tijdens de oorlog. Dit
vond ik een van de mooiste dingen aan het boek.
De schrijfstijl
vond ik iets minder leuk, zoals eerder gezegd was het vooral in het begin nogal
lastig om uit sommige metaforen te komen.
Ik had gehoopt
dat er iets meer spannende gebeurtenissen in het boek zouden voorkomen, wat
jammer genoeg niet het geval was. Het waren vooral overpeinzingen en
beschrijvingen, zoals de volgende overpeinzing van de hoofdpersoon (met Rashida)
(blz 12):
Het valt me op dat Rachida graag schuurt of dweilt
beneden terwijl ik hierboven aan het werk ben, dat er tussen ons een
onuitgesproken zusterschap ontstaat wanneer ze de steel van de borstel in haar
vuisten klemt.
Mijn conclusie
is dat ik het een mooi boek vond om te lezen, misschien dan niet de mooiste,
maar zeker wel de moeite waard!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten