Vergelijking van twee vertelinstanties
In ‘De schilder en het
meisje’ van Margriet de Moor is gekozen voor een auctoriale vertelinstantie, in
‘Een schitterend gebrek’ van Arthur Japin is gekozen voor een
ik-vertelinstantie.
Mijn voorkeur gaat uit naar de auctoriale vertelinstantie
van ‘De schilder en het meisje’. Dat komt, omdat ik het prettig vind tijdens
het lezen zo veel mogelijk details te weten. In het geval van een auctoriale
vertelinstantie kom je veel meer te weten, omdat men alleen de gebeurtenissen,
die ervaren worden door de ik-verteller, leest. Ik vind het leuk om meer dingen
te weten te komen dan alleen de ik-verteller weet. In ‘De schilder en het
meisje’ geeft de verteller uitleg over hoe iemand zich voelt, nadat hij of zij
dagenlang opgesloten heeft gezeten. Dit soort kleine stukjes maken voor mij het
verhaal leuk om te lezen. Wat ik wel vind, is dat dit soort stukjes in sommige
boeken veel te lang zijn en daardoor langdradig worden.
Toch wil dit niet zeggen dat ik het niet leuk vind om een
ik-vertelinstantie te lezen. In sommige boeken is dat juist prettiger. Maar het
zijn beide historische romans, en daarom vind ik de auctoriale instantie
prettiger. Dit komt, omdat ik me niet heel goed kan voorstellen hoe het leven
was vroeger. Als dan de schrijver meer details vertelt, dus niet alleen over de
hoofdpersoon, kan ik me iets meer voorstellen en vind ik het ook leuk om te
lezen.
Mijn conclusie is dat ik de auctoriale vertelinstantie
leuker vind om te lezen bij historische romans dan de ik-vertelinstantie, omdat
er meer details worden gegeven, die ik zeer leuk vind om te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten