- Hiëronymus van Alphen, De Spiegel
In dit gedicht van Hiëronymus van Alphen wordt er besproken wat er gebeurt als men in een spiegel kijkt. Er zit dus voor de kinderen die dit lezen een sterk moraal in: als je vaak in de spiegel kijkt en bedenkt hoe knap je wel niet bent, wordt je alleen maar meer en meer ijdel. Het onderwerp heeft dus ook wel nu om besproken te worden: er wil worden voorkomen dat een kind ijdel wordt. Daarbij speelt het onderwerp deels mee in de kinderbeleving: kinderen kijken en gebruiken wel eens een spiegel. De schrijver van dit gedicht maakt gebruik van redelijk moeilijk taalgebruik, het is niet zo dat de schrijver het makkelijk heeft gemaakt voor kinderen om te lezen.- Willem Wilmink, Lezen is heerlijk
In dit gedicht vertelt een jong kind hoe hij of zij het lezen van een boek ervaart. Het gedicht is dus met eenvoudig taalgebruik geschreven: het wordt immers vertelt vanuit het oogpunt van een jong mens. In het verhaal zit echter geen moraal: misschien probeert de schrijver wel duidelijk te maken dat lezen erg leuk kan zijn, maar het gaat vooral om het uitspreken van het plezier dat het kind in lezen heeft. Het past dus ook goed bij de kinderbelevenis: ieder kind komt op een bepaald punt wel met lezen in aanraking. Als laatste over dit gedicht; het rijmt niet.- Annie M.G. Schmidt, Het kameeltje
Annie M.G. Schmidt vertelt hier het verhaal over een koning die altijd een klein kameeltje bij zich heeft. Dit verhaal is natuurlijk verzonnen en past dus erg goed bij jonge kinderen die zelf ook een grote eigen beleving hebben en zelf ook vaak verhaaltjes verzinnen. Er zit geen moraal in dit verhaal, het is echt om kinderen te vermaken. Het rijmt wel en ook wordt er makkelijk taalgebruik gebruikt.- Ted van Lieshout, Papa's huis
In dit gedicht wordt een scheiding beschreven: een kind vertrekt uit zijn huis (veel herinneringen meenemend) en verhuist naar een nieuw huis met alleen zijn moeder. Voor sommige kinderen is dit echt hun beleving; hun ouders zijn ook gescheiden, net als de ouders van het jongetje uit het gedicht. Voor andere kinderen (waarbij dit dus niet het geval is), zal het onbekend terrein zijn. In het verhaal zit geen moraal en het rijmt ook niet. Het taalgebruik is niet hel moeilijk, maar de betekenis erachter is best moeilijk te achterhalen voor kinderen, daarom is het ook een gedicht voor wat oudere kinderen.Beschouwing
Bij alle vier de gedichten passen de onderwerpen wel aardig in de kinderbeleving. Voor de een iets meer dan de ander, zoals bij het gedicht van Ted van Lieshout. Over het algemeen zijn het wel onderwerpen waarmee kinderen zich kunnen inleven en onderwerpen die ze begrijpen. Erg opvallend is wel dat het gedicht van Annie M.G. Schmidt een duidelijk verzonnen verhaal was, alleen maar om kinderen te vermaken, terwijl het gedicht van Hiëronymus van Alphen een duidelijke moraal had. De andere gedichten zitten ertussen in: geen duidelijke moraal, maar ook geen onzin. Ook zie je duidelijk een verschil in taalgebruik: in de tijd van Hiëronymus van Alpen pasten ze hun taalgebruik niet heel erg aan kinderen aan, terwijl je in de gedichten meer uit deze tijd ziet, dat het meer vereenvoudigd is om het de kinderen makkelijker te maken.*****Er was iets niet helemaal goed gegaan met het plaatsen van dit stuk, daardoor stond de helft er maar op. Het eerste stuk stond er wel op 3 april op, het laatste stuk is later toegevoegd. Voor het echte plaatsingstijdstip, kijk dus naar 3 april.*****