woensdag 5 juni 2013

Verwerkingsopdracht Romantisme

Max Havelaar

Vergelijking tussen het boek en de film

1.    Vind je de film een betrouwbare verfilming van het boek? Waarom?
Ja, ik denk dat de film wel een betrouwbare verfilming is van het boek. De kern komt in de film duidelijk naar voren: de erbarmelijke omstandigheden van de inwoners van Nederlands-Indië en hoe Max Havelaar iets wil veranderen aan deze omstandigheden. Natuurlijk zijn er kleine wijzigingen aangebracht, zo is Droogstoppel wat meer naar de achtergrond gebracht en heeft het verhaal van Saïdjah en Adinda meer nadruk (hier begint de film dan ook mee).

2.    Vind je Max Havelaar in boek en film een echt romantisch personage? Waarom?
Max Havelaar is in het boek zeker een romantisch personage.  Hij staat dicht bij de inwoners van Nederlands-Indië en wil graag hun leefomstandigheden verbeteren. Hij streeft dus naar een ideale wereld.
In de film wordt Max Havelaar ook als romantisch personage voorgesteld: de film is dicht bij het boek gebleven en zo kun je dus ook goed in de film zien dat Max Havelaar graag de wereld wil verbeteren. Je kunt aan de hand van de gebeurtenissen in de film erg duidelijk merken dat Havelaar het niet eens is met zijn superieuren en dat hij zelf na gaat denken over het bereiken van een ideale wereld voor iedereen.

3.    Hoe wordt Droogstoppel volgens jou in de film gepresenteerd: aardiger of kwaadaardiger dan in het boek?
Ik vind Droogstoppel in de film aardiger dan in het boek. In het boek is hij vaak gemeen of kwetsend over bepaalde personages (waaronder Havelaar). In de film zie je dit veel minder, misschien komt dit ook door het feit dat hij iets minder op de voorgrond staat dan in het boek.

4.    Vind je dat de verfilming een geëngageerde film is geworden? Waarom?
Ja, in de film wordt duidelijk de situatie van de toenmalige maatschappij beschreven. Hierdoor is het eenvoudiger om jezelf in te denken hoe de maatschappij in die tijd geweest moest zijn. Ik had dit gevoel gelijk ook veel meer bij de film, omdat je dan echt ziet wat voor verschrikkingen die mensen hebben meegemaakt. In het boek krijg je ook wel een beeld, maar zien is toch anders dan lezen.

5.    Wat vind je beter: het boek of de verfilming? Waarom?

De film, omdat ik het boek wat te langdradig vond. Sommige stukken kwam ik erg moeilijk doorheen en moest ik mezelf echt aanzetten om verder te lezen. De film was natuurlijk ingekort en daardoor verliepen de gebeurtenissen wat vlotter, zodat het leuker was om naar te kijken. Wat natuurlijk ook erg meehielp, was dat ze in de film niet het oude taalgebruik gebruikt werd, zoals wel in het boek is.

Dit verslag was eerst niet zichtbaar, dus heb ik het eraf gehaald en opnieuw opgezet, daardoor staat er ''gepubliceerd op 05-06-'13'', terwijl dat een week eerder moet zijn.

dinsdag 14 mei 2013

Verwerkingsopdracht 'Leesgroep'


Boek: De komst van Joachim Stiller
Auteur: Hubert Lampo
Leden van de leesgroep: Marsha Killian, Noor de Kort, Lisanne van Dijk en Naomi de Ruijter
Onderdeel A: gemeenschappelijk
Wat waren onze verwachtingen en in welke mate zijn die uitgekomen?Wij hadden eigenlijk vrij hoge verwachtingen van het boek voordat we begonnen te lezen. Dit komt omdat het boek leek op een spannende detective, waarin op het einde alle puzzelstukjes in elkaar zouden vallen. Onze verwachtingen zijn echter niet zo goed uitgekomen als we gehoopt hadden: ondanks dat het verhaal best spannend was (vooral in het begin), werd alles op een gegeven moment heel langdradig en was de uitkomst van het verhaal niet echt duidelijk.
De titelverklaring:
Het boek heet “de komst van Joachim Stiller” en dat is een erg toepasselijke titel. Het verhaal gaat namelijk over een onbekende Joachim Stiller die plotseling in het leven komt van Freek Groenevelt en zijn vriendin Simone Marijnissen. Stiller stuurt allemaal berichten en zorgt ervoor dat er zich vreemde gebeurtenissen voordoen in Antwerpen.
Bespreking van de verschillende (belangrijke) personages:
-          Freek Groenevelt: Hij is 37 jaar oud, in het begin is hij vrijgezel tot hij Simone ontmoet. Door de gebeurtenissen omtrent Joachim Stiller wordt hij heel erg angstig, hij gaat voor zijn kwaal zelfs naar een psychiater. Persoonlijk konden wij ons goed inleven in zijn personage, omdat het realistisch is hoe hij reageert (we snappen zijn gedrag wel).
-          Simone Marijnissen: Zij werkte eerst bij het jongerenblad Atomium, maar stopte daarmee toen ze Freek ontmoette. Verder is ze lerares op school. Ze heeft haar verloving verbroken en is toen ze een relatie met Freek begonnen. Zij trekt zich de berichten van Stiller niet heel erg aan. Simone wordt beschreven als een knappe, slimme en bijdehante maar zachtaardige vrouw. Ze is Freeks steun en toeverlaat (en op het einde wordt ze ook zwanger van hem).
-          Joachim Stiller: van deze persoon zijn meerdere persoonlijkheden (geleerde, omgekomen Amerikaanse soldaat) bekend. Wij denken dat hij wordt vergeleken met Jezus (de messias), want na 3 dagen staat hij op uit de dood. Wij vonden hem maar een griezelige man, omdat hij steeds weer terugkomt.
-          De wethouder: de wethouder raakt helemaal van streek als hij in aanraking komt met Joachim Stiller. Wat ons betreft reageert hij wel heel extreem op de situatie.
-          Geert Molijn: een wijze, oude man die Freek en Simone probeert te helpen waar hij kan.
-          De kunsthandelaar Wiebrand Zijlstra: hij is een echte gladjanus, bovendien denkt hij dat hij overal verstand van heeft (dus ook van kunst) en heeft veel praatjes.
-          Andreas: Andreas is een trouwe vriend van Freek, die zich altijd veel zorgen maakt om (de reputatie van) Freek.
Setting:
Het verhaal speelt zich bijna alleen af in Antwerpen. De setting wordt erg idealistisch beschreven: Antwerpen wordt steeds genoemd als een gezellige en pittoreske stad. 
Perspectief:
Er is in dit boek sprake van een ik-perspectief (het verhaal wordt beschreven vanuit de ogen van Freek). Op deze manier is het verhaal heel persoonlijk, je weet precies hoe Freek zich voelt.
Open plekken:
Het boek zit vol met open plekken. De grootste is natuurlijk: Wie is Joachim Stiller? Naarmate je het verhaal leest, komen er steeds meer subopen plekken bij, als: waarom krijgt Freek die brieven van Stiller? En: Hoe kan het dat het dode lichaam van Stiller opeens verdwenen is?
Thema:
Het hoofdthema is volgens ons verlossing, want daar wordt in het hele boek naar toe gewerkt en de personages zitten ook steeds te wachten op de verlossing.
Motieven:
Liefde, tijd, religie, angst en mysterie.
Ons persoonlijk oordeel:
Een positief punt aan het boek is dat het begin van het verhaal erg sterk is, er wordt spanning opgebouwd (vooral als je als lezer voor het eerst kennis maakt met (de brieven van) Joachim Stiller). Je raakt nieuwsgierig en wil verder lezen. Wat wij erg jammer vinden is dat het einde niet zo sterk is: de ontknoping laat te lang op zich wachten. Bovendien is de ontknoping zelf ook helemaal niet duidelijk genoeg, je komt er niet precies achter waarom Stiller Freek allemaal heeft bericht en wie hij precies was. Dat is een beetje teleurstellend.
Wat we tot slot wel erg goed vonden, was dat het verhaal mooier wordt gemaakt door de beschrijvingen van de omgeving (Antwerpen).
Onderdeel B: Persoonlijk
1.       Hoe verliep het proces van de samenwerking? Wat ging goed, wat kon beter?
Het proces liep erg goed, we konden snel alle punten doornemen. Iedereen had het boek gelezen en was het ook op eigenlijk alle punten wel met elkaar eens. Ik merkte zelf wel dat het boek iets was weggezakt, omdat de meeste van ons groepje het boek al veel eerder hadden gelezen.
2.       Wat heb je geleerd van deze opdracht?
Dat het erg leuk is om een boek met anderen te bespreken. Het was namelijk zo dat je door opmerkingen en meningen ook op een andere manier gaat kijken naar een boek en dat vond ik erg interessant.
3.       Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hiermee overweg?
Wij hadden een boek uit leesniveau 5. Ikzelf kon hier aardig mee overweg en ik had het idee dat de anderen dat ook wel konden.
4.       Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?
Ik ga denk ik weer een boek uit leesniveau 5 lezen, maar ik weet nog niet welke schrijver of welk boek.

woensdag 3 april 2013

Verwerkingsopdracht: 'Kindergedichten'


Voor deze opdracht heb ik 4 verschillende gedichten bekeken en met elkaar vergeleken. Dit is mijn beschouwing: 

 - Hiëronymus van Alphen, De Spiegel 

In dit gedicht van Hiëronymus van Alphen wordt er besproken wat er gebeurt als men in een spiegel kijkt. Er zit dus voor de kinderen die dit lezen een sterk moraal in: als je vaak in de spiegel kijkt en bedenkt hoe knap je wel niet bent, wordt je alleen maar meer en meer ijdel. Het onderwerp heeft dus ook wel nu om besproken te worden: er wil worden voorkomen dat een kind ijdel wordt. Daarbij speelt het onderwerp deels mee in de kinderbeleving: kinderen kijken en gebruiken wel eens een spiegel. De schrijver van dit gedicht maakt gebruik van redelijk moeilijk taalgebruik, het is niet zo dat de schrijver het makkelijk heeft gemaakt voor kinderen om te lezen. 


 - Willem Wilmink, Lezen is heerlijk 

In dit gedicht vertelt een jong kind hoe hij of zij het lezen van een boek ervaart. Het gedicht is dus met eenvoudig taalgebruik geschreven: het wordt immers vertelt vanuit het oogpunt van een jong mens. In het verhaal zit echter geen moraal: misschien probeert de schrijver wel duidelijk te maken dat lezen erg leuk kan zijn, maar het gaat vooral om het uitspreken van het plezier dat het kind in lezen heeft. Het past dus ook goed bij de kinderbelevenis: ieder kind komt op een bepaald punt wel met lezen in aanraking. Als laatste over dit gedicht; het rijmt niet. 


 - Annie M.G. Schmidt, Het kameeltje 

Annie M.G. Schmidt vertelt hier het verhaal over een koning die altijd een klein kameeltje bij zich heeft. Dit verhaal is natuurlijk verzonnen en past dus erg goed bij jonge kinderen die zelf ook een grote eigen beleving hebben en zelf ook vaak verhaaltjes verzinnen. Er zit geen moraal in dit verhaal, het is echt om kinderen te vermaken. Het rijmt wel en ook wordt er makkelijk taalgebruik gebruikt. 


 - Ted van Lieshout, Papa's huis 

In dit gedicht wordt een scheiding beschreven: een kind vertrekt uit zijn huis (veel herinneringen meenemend) en verhuist naar een nieuw huis met alleen zijn moeder. Voor sommige kinderen is dit echt hun beleving; hun ouders zijn ook gescheiden, net als de ouders van het jongetje uit het gedicht. Voor andere kinderen (waarbij dit dus niet het geval is), zal het onbekend terrein zijn. In het verhaal zit geen moraal en het rijmt ook niet. Het taalgebruik is niet hel moeilijk, maar de betekenis erachter is best moeilijk te achterhalen voor kinderen, daarom is het ook een gedicht voor wat oudere kinderen. 


Beschouwing

Bij alle vier de gedichten passen de onderwerpen wel aardig in de kinderbeleving. Voor de een iets meer dan de ander, zoals bij het gedicht van Ted van Lieshout. Over het algemeen zijn het wel onderwerpen waarmee kinderen zich kunnen inleven en onderwerpen die ze begrijpen. Erg opvallend is wel dat het gedicht van Annie M.G. Schmidt een duidelijk verzonnen verhaal was, alleen maar om kinderen te vermaken, terwijl het gedicht van Hiëronymus van Alphen een duidelijke moraal had. De andere gedichten zitten ertussen in: geen duidelijke moraal, maar ook geen onzin. Ook zie je duidelijk een verschil in taalgebruik: in de tijd van Hiëronymus van Alpen pasten ze hun taalgebruik niet heel erg aan kinderen aan, terwijl je in de gedichten meer uit deze tijd ziet, dat het meer vereenvoudigd is om het de kinderen makkelijker te maken.

*****Er was iets niet helemaal goed gegaan met het plaatsen van dit stuk, daardoor stond de helft er maar op. Het eerste stuk stond er wel op 3 april op, het laatste stuk is later toegevoegd. Voor het echte plaatsingstijdstip, kijk dus naar 3 april.*****

woensdag 16 januari 2013

Nooit meer slapen door Willem Frederik Hermans


1. Algemene informatie

a. Standaardtitelbeschrijving

Titel: Nooit meer slapen
Auteur: Willem Frederik Hermans
Eerste druk: 1966
Gelezen druk: dertigste, 2008
Uitgegeven door De Bezige Bij, te Amsterdam

478 pagina's 

b. Genre

Een psychologische roman

c. Een korte samenvatting

De geoloog Alfred Issendorf vertrekt naar Noorwegen om daar een hypothese bevestigd te krijgen. Deze hypothese is hem voorgelegd door professor Sibbelee en houdt in dat de grote ontstane gaten in Noorwegen, in werkelijkheid ontstaan zijn door meteorieten. 
Alfred wil beroemd worden, vooral omdat zijn vader dat nooit geworden is. Zijn vader is gestorven bij een expeditie voor biologen. Zij moeder heeft hem opgevoed met de gedachte dat Alfred op een dag zijn vader zou rehabiliteren. Dus werd Alfred geoloog, terwijl hij eigenlijk fluitist had willen worden.Sibbelee heeft ervoor gezorgd dat Alfred terechtkan bij professor Nummedal in Oslo. Nummedal heeft de luchtfoto’s die noodzakelijk zijn voor de expeditie van Alfred. Wanneer Alfred daar aankomt, blijkt Nummedal de foto’s niet te hebben en verwijst Alfred door naar de geologische dienst in Trondheim. Ook daar echter kunnen ze hem niet helpen. 
Dus zonder luchtfoto’s gaat Alfred alsnog op expeditie met zijn vriend Arne en twee medereizigers Qvigstad en Mikkelsen. 
Hij weet eigenlijk dat de tocht nu verder zinloos is, maar toch gaat hij mee. Alfred heeft moeite om de drie bij te houden, omdat hij niet getraind heeft en dus een uithoudingsvermogen van 0,0 heeft. ‘s Nachts kan Alfred niet slapen en ook dat breekt hem totaal op. Ondanks alle tegenslagen blijft Alfred doorzetten. 
Op een dag ontdekt hij dat Mikkelsen de luchtfoto’s heeft waar Alfred naar op zoek was. Hij wordt erg kwaad en mag van Mikkelsen de foto’s wel bekijken. Maar Alfred kan niets ontdekken dat de hypothese van professor Sibbelee onderschrijft. 
De dag na de ontdekking van de luchtfoto’s, gaan Qvigstad en Mikkelsen een andere kant op, maar Alfred vindt dit niet normaal. 

Maar hij wordt met de dag pessimistischer en ziet overal een complot tegen hem. Hij denkt dat ze om hem vertrokken zijn. Alfred kijkt op tegen Arne die met weinig spullen zo meer ervaren is dan hij. Vervolgens krijgen Arne en Alfred verschil van mening over welke kant ze uitmoeten en gaan ieder hun eigen weg. Alfred ontdekt dat hij de verkeerde kant op is gegaan en gaat via een omweg over de berg Vuorje terug naar de plaats waar hij Arne voor het laatst gezien heeft. Arne blijkt van een rots gevallen te zijn en is dood.Met pijn en moeite weet Alfred de bewoonde wereld te bereiken en neemt het besluit terug te gaan naar Nederland. Onderweg ziet hij een raar soort lichtverschijnsel en hoort hij een klap. Op zijn weg naar huis leest hij in het vliegtuig dat het een meteorietinslag kan zijn en dat een groep geologen het gaan onderzoeken. 
Alfred komt tot de conclusie dat hij niet geschikt is voor het vak en geeft het op. Dan krijgt hij op het einde een cadeautje van zijn moeder dat eigenlijk voor zijn promotie bestemd was en lang geleden door zijn vader voor hem gekocht was. Alfred herkent zelfs in de eerste instantie de twee manchetknopen niet, die gemaakt zijn uit een meteoriet. 


2. Mijn persoonlijke oordeel

Toen ik voor een boekverslag een boek moest gaan kiezen, herkende ik op de lijst de naam Willem Frederik Hermans. Ik wist dat hij ‘De donkere kamer van Damocles’ heeft geschreven. Nu heb ik dat boek niet gelezen, maar ik heb daarover wel goede kritieken gehoord. Toch besloot ik om een ander boek van hem te lezen, om eens een ander boek te kiezen dan de te verwachten keuze.

Wat mij gelijk al opviel, was de openingszin: ‘De portier is een invalide’. Toen ik dat las, zat ik meteen in het verhaal. Ik had van tevoren natuurlijk de achterkant van het boek gelezen en ik zag niet hoe een invalide portier iets met de inhoud te maken kon hebben. Dat was dan ook niet zo, maar de zin zorgde er wel voor dat ik niet gelijk al het boek weglegde.

Dat de titel heel erg naar voren sprong op een bepaald moment in dit boek, vond ik wel erg mooi. Namelijk, op het eind van hoofdstuk 38, denkt Issendorf over zijn gestorven reisgenoot: ‘Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen.’ Hiermee vind ik dat hij de dood heel mooi verwoordt. Natuurlijk heeft de titel ook te maken met het feit, dat de expeditie in het Hoge Noorden plaatsvindt, waar zomers het nooit nacht wordt.

Een groot voordeel vond ik de korte hoofdstukken. In principe had niet overal een nieuw hoofdstuk hoeven worden gemaakt, meestal begon het nieuwe hoofdstuk gelijk waar het oude hoofdstuk gebleven was. Toch vond ik het prettiger lezen. Als ik een bepaald stuk in een boek niet zo leuk of erg langdradig vind, is het voor mij makkelijker om aan het einde van een hoofdstuk het boek even neer te leggen en er later weer mee door te gaan. Met kortere hoofdstukken kan ik dus eerder stoppen en een pauze nemen. Ik moet wel bekennen dat het mij in dit boek maar een paar keer is overkomen dat ik het weg moest leggen. Ik vond de schrijfstijl van Hermans namelijk wel prettig. Niet te moeilijke en lange zinnen, op een aantal filosofische passages na.

Ik ben blij met de keuze van de schrijver dit verhaal in de ik-perspectief te schrijven. Daardoor kon ik Issendorf beter begrijpen, al kon ik hem soms wel voor zijn hoofd slaan, omdat hij vaak zo pessimistisch is. Hij wil graag alle dingen goed doen, en zijn medereizigers laten weten dat hij geen fouten (wil) maken. Ook is hij erg achterdochtig en daar ergerde ik me ook wel een beetje aan. 
De hoofdpersoon is wel realistisch. Ik kan meevoelen met zijn pijn (en de jeuk van de muggen) en met zijn behoefte om te slapen. Ook snap ik wel dat hij alles graag goed wil doen en niet een nietsnut wil lijken. Hem begrijpen betekent niet dat ik me niet erger aan hem, maar het maakt hem wel levensecht.

Uiteindelijk is de expeditie voor niets geweest, want Issendorf vindt geen bewijs voor de theorie van zijn leermeester. De expeditie is mislukt, net als vele dingen op de reis van Issendorf mislukte. Mede doordat Issendorf zichzelf wegcijfert en doordat alles misgaat, ging ik me wel enigszins ellendig voelen. Door dit boek heb ik de mening dat Hermans dacht dat alles mislukt, of in ieder geval dat alles in de wetenschap fout gaat, omdat dit een heel groot deel van het boek overheerst. Dus zette het me wel aan het denken. Gaat (bijna) alles in het leven mis? Is alles gedoemd te mislukken? Aan het boek zit dus ook wel een filosofisch thema verbonden. Nu ben ik niet zo pessimistisch als Hermans leek te zijn,maar toch bedacht ik voorgaande vragen wel na het lezen van het boek.

Mijn conclusie is dat ik blij ben dit boek gekozen te hebben. De korte hoofdstukken, de over het algemeen makkelijke schrijfstijl en de realistische weergave van de expeditie en de personen zorgden ervoor dat ik het boek leuk vond om te lezen!